Conjugation German verb loswerden passive voice
Indikativ (Indicative)
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
Konjunktiv I (Subjunctive )
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
Konjunktiv II (Conditional)
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden worden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
losgeworden werden
Imperativ (Imperative)
Infinitiv (Infinitive)
Partizip (Participle)
Verbs having a similar conjugation to loswerden
A few randomly selected verbs